Financiering
Kortlopende liquiditeitspositie en financieringsbehoefte
Dagelijks wordt gestuurd op een optimaal saldo op de bankrekeningen van de gemeente. Dit betekent dat de gemeente probeert te voorkomen dat zij rood staat. Tegelijkertijd wordt zoveel mogelijk liquiditeit in de schatkist bij het Rijk ondergebracht. In 2024 stond er gemiddeld € 903 mln. op de bankrekening van de gemeente bij de schatkist (2023: € 621 mln.). Hierover ontving de gemeente een gemiddelde rentevergoeding van 3,64% (2023: 3,21%). Hierdoor heeft de gemeente € 33,3 mln. aan rente ontvangen (begroot: € 30 mln.; 2023: € 21,1 mln.). Ultimo 2024 had de gemeente een liquiditeitsoverschot van € 853 mln.. Dit overschot is uitgezet bij de schatkist tegen 2,91%.
De belangrijkste oorzaken van dit liquiditeitsoverschot zijn dat de uitgaven in 2024, met name waar het gaat om investeringen, lager zijn dan begroot. Daarnaast zijn er in 2024 subsidies van het Rijk ontvangen, waarbij de uitgaven pas ná 2024 zullen plaatsvinden. Op dit moment is er dan ook geen sprake van een financieringsbehoefte. Volgens de huidige prognoses is hier vanaf eind 2027/begin 2028 wel weer sprake van.
Ontwikkeling langlopende leningenportefeuille (opgenomen gelden)
In 2024 is de eerder afgesloten forward voor € 200 mln. ingegaan. Anderzijds is er € 99 mln. van de langlopende leningportefeuille afgelost. Hierna heeft de gemeente ultimo 2024 nog € 1.575 mln. langlopend geleend. Hierover moet gemiddeld 1,36% rente betaald worden.
| (bedragen x €1 mln.) | |||||
---|---|---|---|---|---|---|
Ultimo | Totaal geleend | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend voor eigen voorzieningen | Gem. betaalde rente | Waarvan geleend en doorverstrekt aan derden | Gem. betaalde rente |
2023 | 1.474 | 1,51% | 1.433 | 1,44% | 41 | 3,58% |
Nieuwe leningen | 200 | 0,53% | 200 | 0,53% | 0 | 0,00% |
Reguliere aflossingen | -99 | 1,54% | -89 | 1,32% | -10 | 3,57% |
2024 | 1.575 | 1,36% | 1.544 | 1,31% | 31 | 3,59% |
Ontwikkeling langlopende leningenportefeuille (uitgeleende gelden)
Bij het verstrekken van leningen en garanties stelt de gemeente zich terughoudend op volgens het “nee, tenzij”-principe. Dat wil zeggen dat de gemeente geen leningen of garanties verstrekt, tenzij er kan worden aangetoond dat de aanvrager geen marktconforme lening kan aantrekken, zonder tussenkomst van de gemeente. De bestaande portefeuille verstrekte geldleningen heeft een aflopend karakter. De aflossingen hebben vooral betrekking op Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. en de Personeelshypotheken.
(bedragen x € 1 mln.) | ||
Uitgezette gelden per instelling | Restant per 31/12/2024 | Restant per 31/12/2023 |
Grondexploitatie Maatschappij Vroondaal C.V. | 26,1 | 35,5 |
Starterspanden C.V. | 0,8 | 0,8 |
St. Jacobusstichting | 5,2 | 5,7 |
Stichting pand Hoefkade | 2,4 | 2,5 |
Personeelshypotheekportefeuille | 7,7 | 8,9 |
Totaal | 42,2 | 53,4 |
Op 1 januari 2024 stond er een bedrag van € 53,4 mln. staat uit tegen een gemiddeld rentepercentage van 3,54%. Er zijn in 2024 geen nieuwe leningen afgesloten. Wel is er € 11,2 mln. afgelost, waarmee het uitstaande bedrag ultimo 2024 nog € 42,2 mln. bedraagt, tegen een gemiddeld rentepercentage van 3,52%.
In 2024 heeft Grondexploitatiemaatschappij Vroondaal C.V. een extra aflossing gedaan van € 5 mln. De gekoppelde opgenomen lening is daarom ook met 5 mln. extra afgelost. De afkooprente die de gemeente aan de bank heeft betaald is gelijk aan de afkooprente die Vroondaal aan de gemeente heeft getaald.
Kredietrisico op uitstaande leningen
De gemeente verstrekt in bepaalde gevallen onder voorwaarden middelen aan derden. Leningen in de zogeheten u/g (uitgeleende gelden) portefeuille zijn onderverdeeld in leningen met volledig hypothecaire onderpand en zonder afgegeven onderpand aan de gemeente. Van het uitstaande bedrag ultimo 2024 (€ 42,2 mln.) rust op € 41,4 mln. hypothecaire zekerheid.
De gemeente treft geen voorziening voor de leningen met hypothecaire onderpand. Er wordt wel een (verhoogd) risico gelopen over de leningen zonder hypotheek. Om de risico’s inzichtelijk te maken wordt jaarlijks een risicoschatting gemaakt. Hieruit komt naar voren dat de risico’s die de gemeente over deze leningen loopt beperkt zijn, waardoor geen aanvullende maatregelen nodig zijn en er geen kredietrisicovoorziening is gevormd